Begin augustus meldde Trouw de resultaten van een nieuw rapport van de Nederlandse Arbeidsinspectie, getiteld “Toezicht op het werken met gevaarlijke stoffen 2020-2023.” In dit rapport concludeert de Arbeidsinspectie dat veel bedrijven meer aandacht moeten besteden aan de bescherming van personeel dat werkt met gevaarlijke stoffen.
Uit het rapport blijkt dat werkgevers vaak nalatig zijn in het nemen van risicobeperkende maatregelen bij het werken met gevaarlijke stoffen. De risico’s worden onderschat, wat kan leiden tot ernstige gezondheidsschade bij werknemers. Dit is vooral zorgwekkend omdat de gevaren van deze stoffen vaak onzichtbaar en reukloos zijn, waardoor de schadelijke effecten soms pas na jaren zichtbaar worden. Jaarlijks worden meer dan 14.000 beroepsziekten gerelateerd aan gevaarlijke stoffen vastgesteld, hoewel het werkelijke aantal waarschijnlijk hoger ligt.
Werkgevers moeten zoeken naar alternatieven
De Arbeidsinspectie benadrukt dat werkgevers meer moeten doen om de risico’s in kaart te brengen en passende maatregelen te nemen. Dit begint met een grondige risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en een effectief plan van aanpak. Bedrijven worden aangemoedigd om alternatieven voor gevaarlijke stoffen te zoeken en te implementeren, en om werknemers periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) aan te bieden.
In de huidige zakelijke wereld is duurzaamheid niet langer een optie, maar een noodzaak. Kleine bedrijven kunnen aanzienlijke voordelen behalen door hun CO2-uitstoot inzichtelijk te maken en te verminderen. Hier zijn de belangrijkste redenen waarom jouw bedrijf dit zou moeten overwegen:
Kostenefficiëntie
Energiebesparing: Door een duidelijk beeld te krijgen van je energieverbruik, kun je inefficiënties identificeren en kostenbesparende maatregelen nemen. Dit kan variëren van het overschakelen op energiezuinige ledverlichting tot het optimaliseren van apparatuur.
Optimalisatie van middelen: Door je middelen effectiever te gebruiken, kun je aanzienlijke besparingen realiseren op lange termijn.
Wet- en Regelgeving
Vooruitlopen op Regelgeving: Steeds meer overheden stellen eisen aan de CO2-uitstoot van bedrijven. Door proactief je CO2-uitstoot inzichtelijk te maken, zorg je ervoor dat je voldoet aan de huidige en toekomstige wet- en regelgeving. Een voorbeeld hiervan is de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die bedrijven verplicht om transparant te rapporteren over hun milieuprestaties en duurzaamheidsinspanningen. Door je CO2-uitstoot tijdig inzichtelijk te maken, ben je goed voorbereid op deze en andere toekomstige vereisten.
Subsidies en fiscale voordelen: Veel overheden bieden subsidies, belastingvoordelen en andere financiële prikkels aan bedrijven die hun CO2-uitstoot verminderen. Dit kan een aanzienlijke financiële stimulans zijn.
Marktpositie en Concurrentievoordeel
Duurzaamheidsprofilering: Bedrijven die actief werken aan CO2-reductie kunnen zich profileren als duurzame en verantwoorde organisaties. Dit is aantrekkelijk voor klanten en partners die waarde hechten aan milieubewustzijn.
Voorkeur bij aanbestedingen: Steeds meer bedrijven en overheden geven de voorkeur aan leveranciers die hun duurzaamheidsimpact inzichtelijk hebben gemaakt en aantoonbare stappen zetten om deze te verminderen.
Risicomanagement
Klimaatrisico’s beheersen: Door je CO2-uitstoot en energieverbruik inzichtelijk te maken, kun je risico’s beter beheersen die samenhangen met stijgende energieprijzen en klimaatverandering.
Reputatieschade voorkomen: Transparantie in duurzaamheidsinitiatieven kan je bedrijf beschermen tegen reputatieschade door negatieve publiciteit over milieubelasting.
Maatschappelijke Verantwoordelijkheid
Bijdragen aan milieubescherming: Door je CO2-uitstoot te meten en te reduceren, draag je bij aan de strijd tegen klimaatverandering en milieubescherming.
Stimuleren van duurzaam gedrag: Je kunt een voorbeeld stellen en anderen inspireren om ook duurzamer te opereren.
Interne Motivatie en Betrokkenheid
Betrokkenheid van werknemers: Medewerkers voelen zich vaak meer betrokken en gemotiveerd als ze werken voor een bedrijf dat verantwoordelijkheid neemt voor zijn milieu-impact.
Cultuur van duurzaamheid: Het inzichtelijk maken en actief reduceren van CO2-uitstoot kan bijdragen aan een bedrijfscultuur waarin duurzaamheid een centrale rol speelt.
Hoe begin je?
Data verzamelen: Begin met het verzamelen van gegevens over energieverbruik, afvalproductie, vervoerskilometers, etc.
CO2-voetafdruk berekenen: Gebruik tools en methodologieën om je CO2-uitstoot te berekenen. Een tool waarmee Sparx werkt is de Milieubarometer. (Sparx is officieel adviseur van de Milieubarometer).
Doelen stellen: Stel haalbare en meetbare doelen voor CO2-reductie.
Maatregelen implementeren: Voer concrete maatregelen uit om je CO2-uitstoot te verminderen.
Monitoring en rapportage: Monitor de voortgang en rapporteer regelmatig om de effectiviteit van de maatregelen te evalueren en bij te sturen waar nodig.
Door deze stappen te volgen, kan jouw kleine bedrijf niet alleen zijn milieu-impact verminderen, maar ook profiteren van de vele voordelen die voortkomen uit een solide duurzaamheidsstrategie. Begin vandaag nog met het inzichtelijk maken van je CO2-uitstoot en zet de eerste stap naar een duurzamere toekomst!
Over ons
Bij Sparx zijn we gespecialiseerd in het helpen van kleine bedrijven om hun CO2-uitstoot te verminderen. Met onze expertise en op maat gemaakte oplossingen zorgen we ervoor dat jouw bedrijf niet alleen duurzamer wordt, maar ook profiteert van de vele voordelen die dit met zich meebrengt. Neem vandaag nog contact met ons op voor meer informatie!
Huisartsen Zuid Kennemerland e.o. (HZK) heeft een stap voorwaarts gezet in haar streven naar duurzaamheid door gebruik te maken van de Milieubarometer. Deze praktijk, die zich niet alleen toelegt op het verstrekken van medische zorg, maar ook op het creëren van een gezonde en milieuvriendelijke omgeving voor haar patiënten en medewerkers, heeft de Milieubarometer ingezet als een instrument om haar milieu-impact te meten, te monitoren en te verminderen.
De Milieubarometer biedt de praktijk de mogelijkheid om haar energie- en waterverbruik, afvalproductie, mobiliteit en andere milieuaspecten in kaart te brengen. Met deze gegevens kan de praktijk gerichte maatregelen nemen om haar impact op het milieu te verminderen. Dit omvat onder andere het scheiden en verminderen van afval, het promoten van duurzame mobiliteit onder medewerkers en patiënten, en het gebruik van milieuvriendelijke producten en materialen.
Op weg naar een Duurzamere Zorgomgeving
Een belangrijk aspect van de Milieubarometer is de bewustwording die het creëert onder medewerkers en patiënten. Door transparant te zijn over haar milieu-impact, spoort de praktijk hen aan om ook duurzame keuzes te maken in hun dagelijks leven. Dit draagt niet alleen bij aan een gezondere planeet, maar ook aan een gezondere samenleving als geheel.
De invoering van de Milieubarometer in huisartsenpraktijk HZK illustreert de groeiende rol van zorginstellingen in het bevorderen van duurzaamheid en het beschermen van het milieu. Door concrete acties te ondernemen en bewustwording te stimuleren, kunnen zij een positieve impact hebben op zowel het milieu als de gezondheid van hun gemeenschap.
Start met verduurzamen!
Wil je graag Milieubarometer-ondersteuning van een adviseur uit jouw regio? Als geregistreerd adviseur sta ik klaar om te helpen! Neem gerust contact met me op voor meer informatie.
In de Milieubarometer kun je de milieumeting uitbreiden naar onderdelen van Maatschappelijk Verantwoordelijk Ondernemen (MVO). Naast milieugegevens kun je ook extra gegevens naar keuze invullen en van doelgrafieken voorzien. Voorbeelden zijn gegevens over ziekteverzuim, scholing en inzet voor maatschappelijke doelen.
Op het doelendashboard zie je de score van alle doelen in één overzicht. Daar zie je aan de stoplichtkleuren (rood-oranje-groen) of je je ambities haalt.
Zie bij Afbeeldingen: ‘doelendashboard’ onder Milieubarometer
Sparx helpt jouw bedrijf met concrete tips & tricks om zelf een veiligheidsvoorlichting te houden. Daarvoor bieden we Toolboxen aan. Onderwerpen waar onder andere interne voorlichting over gaat zijn; fysieke belasting, vitaliteit, geluid, machineveiligheid met handige aanwijzingen voor degene die de voorlichting houdt.
Wat zit er in een Toolbox?
In een toolbox vind je de presentatie als powerpoint en pdf. Maar ook begeleidende documenten zoals een toelichting op de presentatie en tips om een goede voorlichting te houden. Verder ontvang je ook een aanwezigheidsformulier en een (uitdeel)flyer met tips voor in de praktijk.
Hieronder vind je de presentatie over Geluid als voorbeeld.
Volgende week is het zover: dan start de Week van de RI&E 2023 (12 – 16 juni). Wil je een goede start maken met je Arbo RI&E? Wij helpen je graag op weg! Op www.weekvanderie.nl vind je 3 korte, praktische uitlegvideo’s en 3 to-do’s die je helpen bij het zetten van die eerste stappen.
Nieuwsgierig naar meer? Hou onze socials in de gaten! 👀 #weekvanderie
De Week van de RI&E is een initiatief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Ga vandaag nog aan de slag
Ook aan de slag? Neem voor vrijblijvend advies contact op. Mobiel 06-811 922 95 of frank.winter@sparx.nl.
Werkgevers zonder of met een onvolledige risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) kunnen direct een boete krijgen van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Werknemers blijven dan namelijk risico’s lopen bij het uitvoeren van hun werkzaamheden, met alle mogelijke gevolgen van dien.
Werkgevers moeten een RI&E en een plan van aanpak maken. De Arbeidsinspectie controleert niet alleen of werkgevers een RI&E hebben, maar ook of die compleet en actueel is. Zo niet, volgt er een boete. De hoogte wordt via normbedragen berekend. Die staan in de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving. Grotere bedrijven betalen meer dan kleinere.
Boete of een waarschuwing
Voor sommige overtredingen volgt een directe boete, voor andere volgt eerst een waarschuwing of een (kennisgeving van een) eis tot naleving. Pas als de werkgever dezelfde of een soortgelijke overtreding begaat, krijgt hij alsnog een boete. Voor het ontbreken van een RI&E bedraagt de boete maximaal € 4.500 (voor organisaties met meer dan 500 werknemers). Organisaties met veertig tot en met 99 werknemers betalen de helft van dat bedrag.
Ontbreken plan van aanpak
Is er geen plan van aanpak dan is de RI&E onvolledig en kan de Arbeidsinspectie direct een boete opleggen. De boete is maximaal € 3.000 (voor organisaties met meer dan 500 werknemers). Ook een verouderde risico-inventarisatie is strafbaar. Dat kan maximaal € 1.500 kosten.
Ga vandaag nog aan de slag
Ook aan de slag? Neem voor vrijblijvend advies contact op. Mobiel 06-811 922 95 of frank.winter@sparx.nl.
Klimaatneutraal ondernemen is nodig voor behoud van een leefbaar klimaat op aarde.
Om klimaatneutraal te kunnen ondernemen is inzicht in je milieuprestaties hard nodig. Door de CO2-voetafdruk gedetailleerd in kaart te brengen kunnen we hem gestructureerd managen. Met de Milieubarometer tool breng je eenvoudig je CO-voetafdruk in kaart.
Stiching Stimular helpt bedrijven en organisaties om hun bedrijfsvoering te verduurzamen. Meet en presenteer je milieuprestatie met de Milieubarometer-tool.
Meer weten
Meer weten over mijn diensten op gebied van kwaliteit, arbo en milieu? Gebruik dan het aanvraagformulier of neem contact op.
Sinds een paar maanden worden er strengere eisen gesteld aan de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Dat heeft te maken met het feit dat de RI&E’s in de bedrijven lang niet altijd op orde zijn en daadwerkelijk een goede inventarisatie en evaluatie bevatten van de arbeidsrisico’s in de onderneming. Vooral de toetsing van de RI&E en Plan van aanpak moet beter.
Eisen aan de RI&E
Elke RI&E moet voldoen aan de drie belangrijkste criteria: het moet volledig, het moet actueel en gebruik maken van de actuele inzichten. Bij ‘actualiteit’ moet ook de nieuwe machine worden meegenomen, of de veranderde werkwijze op kantoor door het hybride werken. Bij ‘actuele inzichten’ zijn zaken als de laatste normen of de arbocatalogus van de branche van belang.
In de praktijk schort het nog weleens wat aan deze criteria. In die gevallen is niet alles geïnventariseerd en geëvalueerd, of is er geen gebruik gemaakt van de laatste wetenschappelijke inzichten in het voorkomen van risico’s. Wat vooral gaat veranderen in de betrouwbaarheid van de RI&E, en wel door een betere toetsing uit te voeren.
Toetsen van de RI&E
Bij de uitvoering van de RI&E moeten voldoende medewerkers betrokken worden. Vooral bij aangelegenheden die sterk afhankelijk zijn van de individuele beleving van medewerkers. Denk bijvoorbeeld aan de psychosociale arbeidsbelasting (beleving van de werkdruk en van ongewenst gedrag), het binnenklimaat, of het in voldoende mate geïnstrueerd zijn in het beheersen van de eigen werkrisico’s en de ontplooiingsmogelijkheden. Heeft een gecertificeerde arbo-kerndeskundige de RI&E uitgevoerd? Dan moet die deskundige over het deel dat hij heeft gedaan een verklaring afgegeven. Dit kan apart, maar ook als een herkenbaar deel in de RI&E zelf. Daarin verklaart de deskundige dat de RI&E aan alle wettelijke eisen voldoet. Ook geeft hij aan welke beperkingen aan de RI&E zijn verbonden, bijvoorbeeld vanwege de gehanteerde scope van het onderzoek. De RI&E moet blootstellingen aan de risico’s representatief in beeld brengen. Dus geen over- en/of onderschatting van de aanwezige risico’s. Ook moeten de blootstellingen aan arbeidsbelastende factoren met gevalideerde methodes (en eventueel meetapparatuur) onderzocht en in kaart worden gebracht.
Ook moeten de opstellers de evaluatie van de blootstelling aan de risico’s correct uitvoeren. Zij moeten die bovendien vergelijken met grenswaarden die wettelijk relevant en wetenschappelijk onderbouwd zijn. Daarbij moet gebruik worden gemaakt van de laatste wetenschappelijke inzichten.
Eisen aan het Plan van aanpak (Pva)
Ook aan het Pva worden scherpere eisen gesteld. Het opstellen en uitvoeren ervan is geen vrijblijvende aangelegenheid. Denk aan vragen als:
Zijn maatregelen voorgesteld om de gevaren weg te nemen of om de risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid zoveel mogelijk te beperken? De verantwoordelijkheden van de werkgever gaan verder dan het voldoen aan wettelijke normen, omdat hij een beleid moet voeren dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden (art. 3, lid 1, Arbowet).
Is bij de voorstellen voor risicobeperkende maatregelen rekening gehouden met de arbeidshygiënische strategie?
Als in het plan van aanpak bij de voorgestelde maatregelen is afgeweken van de arbeidshygiënische strategie, is dit dan gemotiveerd?
Is beschreven hoe de maatregelen worden geïmplementeerd?
Is de effectiviteit van de maatregelen ingeschat?
Is rekening gehouden met ongewenste consequenties van maatregelen?
Is de juiste prioritering van maatregelen voorgesteld op basis van de weging van de grootte van de risico’s?
Is het plan van aanpak concreet en realistisch (SMART)?
Hebben de door de werkgever aangewezen personen (actiehouders) voldoende bevoegdheid om de voorgestelde maatregelen uit het plan van aanpak uit te voeren?
Samengevat
Zorg dat RI&E en Pva door een gecertificeerde arbodeskundige worden getoetst en maak gebruik van de benodigde competenties om de risico’s en plan van aanpak te toetsen.
In 2023 wordt met name nieuwe regelgeving van kracht op het gebied van gevaarlijke stoffen en milieu. Ook laten eerdere wetswijzigingen hun invloed gelden. Verder zijn er enkele voorstellen waarbij komend jaar zal blijken of ze daadwerkelijk in nieuwe regelgeving zullen worden omgezet.
Tegemoetkoming bij beroepsziekten door gevaarlijke stoffen
Per januari 2023 treedt de nieuwe regeling ‘Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten’ (TSB) in werking. Met deze regeling kunnen medewerkers die ziek zijn geworden door het werk met gevaarlijke stoffen sneller en eenvoudiger aanspraak maken op een eenmalige financiële tegemoetkoming.
De regeling geldt voorlopig nog voor drie beroepsziekten: longkanker door asbest, allergische astma en de ‘schildersziekte’ (OPS/ CSE). In de komende jaren wordt de lijst met beroepsziekten door stoffen waarvoor de regeling geldt, verder uitgebreid. Meer informatie bij de Rijksoverheid.
Aanvullende RI&E (ARIE)
Waarschijnlijk per 1 januari 2023 wordt de aangepaste regelgeving van kracht over risico’s zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. Deze regeling geldt voor risicovolle bedrijven die werken met een zodanige hoeveelheid gevaarlijke stoffen dat deze een zwaar ongeval kunnen veroorzaken.
Door de aanpassing komen minimaal 200 extra bedrijven onder de deze regeling ‘Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie’ (ARIE) te vallen. Deze bedrijven moeten dan aan de ARIE-verplichtingen gaan voldoen. Hierbij hoort:
het uitvoeren van een aanvullende RIE inzake de beheersing van de risico’s van zware ongevallen;
het ontwikkelen en invoeren van een veiligheidsbeheerssysteem;
het opstellen van een intern noodplan.
Ook moeten alle bedrijven die ARIE-plichtig zijn als werkgever een eenmalige melding aan de Nederlandse Arbeidsinspectie doen. Nieuwe ARIE-bedrijven hebben dan tot 1 januari 2024 de tijd om aan de verplichtingen van de ARIE te voldoen.
Nieuwe Omgevingswet
De Wet milieubeheer zal per juli 2023 (grotendeels) opgaan in de Omgevingswet. De Omgevingswet bundelt een lappendekken aan wetten en voorschriften in één wet. Daarnaast zorgt de wet voor één digitaal loket voor het aanvragen van vergunningen en starten van projecten. Ook bevat de Omgevingswet enkele nieuwe voorschriften, zoals een verplichting tot het aanwijzen van Veiligheidscoördinator bij bouw- en sloopwerkzaamheden. Deze functie richt zich vooral op de veiligheid in de directe omgeving van de plek waar wordt gebouwd.
Strengere toetsing RI&E’s
Sinds juli 2022 geldt nieuwe regelgeving voor de toetsing van een RI&E. Zo’n toetsing door een gecertificeerde kerndeskundige is wettelijk vereist. Tenzij er dan 25 medewerkers werkzaam zijn in een organisatie, en een erkend RI&E-instrument van de sector wordt gebruikt.
De strengere eisen aan de toetsing betekenen in de praktijk dat een nieuwe RI&E aan meer eisen moet voldoen om een positief advies te krijgen van een toetser. Sommige eisen zijn daadwerkelijk nieuw, andere golden al maar zijn nu meer aan het licht gekomen. Het is de vraag of de grote lijst aan zwaardere eisen tot de beoogde kwaliteitsverbetering leidt. Het is ook mogelijk dat dit de weerstand vergroot om een RI&E uit te voeren.
Enkele belangrijke onderdelen uit de verzwaarde RI&E-toets:
Er moeten meerdere gecertificeerde toetsers worden ingeschakeld voor de toetsing van een nieuwe RI&E. Eerst was één gecertificeerde toetser voldoende. Nu kan het aantal, afhankelijk van de aangetroffen risico’s, oplopen tot drie.
Per aangetroffen knelpunt moet de ‘basisrisicofactor’ worden aangegeven.
Bij ieder aspect dat niet als knelpunt wordt aangemerkt, moet de invuller beargumenteren dat dit punt daadwerkelijk in het bedrijf in orde is.
Een RI&E moet aantoonbaar zijn gebaseerd op analyses van het ziekteverzuim en de ongevallenregistratie, resultaten uit PAGO’s en inzichten van de medewerkers, de preventiemedewerker en de bedrijfsarts.
Maatregelen in de RI&E moeten SMART geformuleerd zijn en moeten zich richten op de aanpak van de achterliggende oorzaken van een knelpunt.
Als een werkgever bij een maatregel niet kiest voor bronaanpak, moet hij dat voortaan in de RI&E beargumenteren.
Verder is nu een vereiste dat in de RIE per maatregel wordt beschreven:
hoe een maatregel precies wordt ingevoerd,
welke maatregelen al zijn genomen,
hoe de effectiviteit van de nieuwe maatregel wordt ingeschat, en:
of de maatregel ook ongewenste consequenties heeft.
De RI&E moet verder beschrijven:
het benodigd aantal preventiemedewerkers, met hun tijdsbesteding, deskundigheden en plaats in de organisatie;
de uit te voeren nadere inventarisaties;
het Arbobeleid en de organisatie van de bedrijfshulpverlening met daarbij een beoordeling of deze beide zaken in de praktijk ook operationeel zijn;
welke medische onderzoeken (PAGO’s) nodig zijn en met welke frequentie;
de risico’s voor bijzondere groepen als jeugdigen, ouderen, zwangere vrouwen, mindervaliden, derden, stagiaires en uitzendkrachten, bewakingspersoneel en schoonmaakpersoneel.
De norm NEN-ISO 11228-1 voor het beoordelen van fysieke belasting in werksituaties is onlangs herzien. De belangrijkste wijzigingen die zijn aangebracht hebben betrekking op de manier van beoordelen van tillen, neerzetten en dragen. Voor arbofunctionarissen is het van belang om na te gaan of deze nieuwe inzichten zijn verwerkt in de methode die ze gebruiken bij de RI&E fysieke belasting in hun eigen organisatie.
Sparx helpt de ondernemer verduurzamen met kwaliteits-, arbo- en milieumanagement